Mijn naam is Annika de Groot, een vierdejaars Biotechnologiestudent aan Van Hall Larenstein. Ik ben 22 jaar oud en momenteel doe ik mijn afstudeerstage bij het CEW. Ik kom uit Noord-Holland, maar woon nu in Leeuwarden. Tijdens het tweede jaar van mijn studie koos ik voor de richting Bio Process Engineering. Ik was altijd al gefascineerd door natuurkunde en scheikunde, dus deze richting sprak me het meeste aan.
Naast mijn studie zeil ik graag, vooral in de zomer. En in de winter help ik met het onderhoud van de boot van mijn schoonvader. Toen ik klein was ben ik begonnen met zeilen omdat ik lid was van de waterscouts. Zeilen was daar een verplicht onderdeel. Maar door de jaren heen ben ik het zelf ook echt leuk gaan vinden. En deze passie kan ik nu met mijn partner delen, wat het nog leuker maakt.
Tijdens een terugkomdag bij Van Hall presenteerde ik mijn vorige stageproject. Toevallig was er een andere stagiair aanwezig die op dat moment bij CEW stage liep en daar over presenteerde. Aangezien ik op zoek was naar een afstudeerplek, besloot ik wat meer informatie op te zoeken over het CEW. De technische aspecten van het werk spraken me meteen aan, omdat ze goed aansluiten bij mijn interesse in watertechnologie en recycling. Ik nam contact op met Maarten Trilsbeek, de Talent Manager bij het CEW, en hij had een aantal interessante projecten beschikbaar.
Op dit moment werk ik aan het Agro2Circulair-project (A2C), dit gaat over reststromen die ontstaan bij het telen van groente en fruit. In de (glas)tuinbouwsector worden vaak meerlaagse plastic films gebruikt als beschermende verpakking van voedsel en als landbouwplastic vanwege de unieke barrière-eigenschappen. Maar helaas leidt de toepassing van deze films tot veel onbruikbaar afval. Het CEW werkt binnen A2C aan twee reststromen. Een ervan ontstaat bij het vermalen en wassen van de plastics voor recycling, de andere bij het produceren van PHA’s, ofwel natuurlijke kunststoffen. Mijn specifieke taak binnen het project is het testen van een enzym dat wordt ingezet bij het afbreken van de meerlaagse plastic films. Ik onderzoek of we het enzym en de geproduceerde monomeren door middel van filtratie kunnen terugwinnen, met behoud van activiteit.
Bij het CEW is de vrijheid die ik krijg het leukste aspect. Tijdens de voorbereiding op mijn afstudeerstage kreeg ik het idee dat ik voor 70% als een collega zou werken, dus grotendeels zelfstandig. Bij CEW komt dat ook uit. Natuurlijk houden ze het project in de gaten, maar ik krijg de vrijheid om zelf te ontdekken wat ik wil doen en om echt een bijdrage te leveren. Dat geeft mij een goed beeld van hoe het werkleven zal zijn.
Hetgeen waar ik tegenop kijk is de verdediging die ik aan het einde van mijn stage moet doen voor twee examinatoren en mijn stagebegeleider. Kan ik wel overbrengen wat ik de afgelopen 6 maanden heb gedaan, hoe ik het heb gedaan en waarom? En zal het wel voor iedereen begrijpelijk zijn?
Het belangrijkste dat ik tot toe heb geleerd is dat je in het werkende bestaan met tegenslagen moet kunnen omgaan. Mijn vorige stages verliepen over het algemeen vlot en soepel, afgezien van Coronaperikelen. Maar dit project heeft mij laten zien dat er ook continu dingen kunnen misgaan. Ik heb denk ik nog een lange weg te gaan wat dat betreft, maar het was een waardevolle ervaring.
Ik wil volop genieten van mijn laatste schoolzomervakantie. En daarna hoop ik aan de slag te kunnen bij mijn vorige stagebedrijf in Groningen, waar ik heb gesolliciteerd. Ze zijn daar specifiek op zoek naar een procesingenieur en dat is vrij uniek. Daarnaast denk ik erover om de master Water Technology hier bij Wetsus Academy te gaan doen.
